Op 30 juni 2025 werd op het Lange Voorhout in Den Haag met veel ceremonie het nieuwe slavernijmonument onthuld. Een spiegelend kunstwerk van staal, ontworpen door de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Buhlebezwe Siwani en vervaardigd door Ronald A. Westerhuis, dat erkenning en herkenning biedt aan de slachtoffers van de trans-Atlantische slavernij. Voor velen was dit een historisch moment van erkenning. Maar voor de Papoea’s, Indonesiërs en andere gemeenschappen in de stad betekende het vooral een pijnlijk gemis: hun geschiedenis van kolonialisme en slavernij bleef onbesproken.
Van brede ambitie naar selectieve erkenning
Toen burgemeester Van Zanen in 2022 excuses aanbood namens de stad voor het koloniale en slavernijverleden, beloofde hij dat Den Haag een stad zou zijn van gedeelde herinnering en dat er monumenten zouden komen voor zowel ‘de Oost’ als ‘de West’. Een speciaal ingestelde adviescommissie, onder leiding van projectleider Peggy Wijntuin, pleitte nadrukkelijk voor één monument dat alle groepen zou verbinden die slachtoffer waren van kolonialisme en slavernij.
Dat advies werd echter niet volledig overgenomen. Het college van B&W besloot in 2023 dat het monument zich uitsluitend zou richten op de trans-Atlantische slavernij. De Papoea’s, Indonesiërs, Molukkers en anderen – die slachtoffer waren van VOC-kolonialisme, dwangarbeid en slavernij – bleven buiten beeld.
“Geen punt maar een komma”
Tijdens de laatste consultatiebijeenkomst in 2023 benadrukte de wethouder dat dit besluit “geen punt maar een komma” was. Er zou later ook aandacht komen voor de andere groepen. Nu, twee jaar later, blijkt die komma een punt te zijn geworden. Het monument is onthuld en heeft zijn plek in de stad veroverd, maar van aanvullende initiatieven voor de Papoea’s en andere uitgesloten gemeenschappen ontbreekt ieder spoor.
Een dolksteek in de rug
Voor nazaten voelt dit besluit als een dolksteek in de rug. “Het unieke leed van de Papoea’s, Molukkers en Indonesiërs wordt gebagatelliseerd,” zo stelde eerder al een opiniestuk. Waar het monument een plek van erkenning en troost had moeten zijn, is het nu een herinnering aan uitsluiting.
Petitie voor inclusie
Daarom hebben wij – Simon Sapioper, Apilena Sapioper en Jeroen Zandberg, bestuurders van de Nationale Papoea Vereniging 95 West Nieuw Guinea – een petitie gelanceerd voor een inclusief herdenkingsmonument. Wij vragen de gemeente Den Haag om alsnog recht te doen aan het oorspronkelijke advies en de uitgesloten groepen een waardige plek in de herdenkingscultuur te geven. Net als in Groningen, waar meerdere monumenten samen een breder verleden zichtbaar maken, kan Den Haag tonen dat zij werkelijk een internationale stad van Vrede én Recht is.
Samen met de stad
We hebben inmiddels contact gezocht met de Haagse Stadspartij om dit onrecht aan te kaarten in de gemeenteraad. Ons doel is helder: geen nieuwe verdeeldheid, maar een gezamenlijk monument of aanvullende herdenkingsvormen die álle verhalen omvatten. Alleen zo kan Den Haag recht doen aan haar eigen geschiedenis én aan alle gemeenschappen die vandaag de stad vormen.

De Papoea’s vragen niet om meer, maar om gelijkwaardigheid.
Petitie voor een inclusief herdenkingsmonument in Den Haag
Op 30 juni 2025 werd het herdenkingsmonument voor het trans-Atlantische slavernijverleden onthuld. Oorspronkelijk bedoeld als één monument dat alle groepen verbindt die geleden hebben onder het kolonialisme en de slavernij sluit het nu de Papoea’s, Indonesiërs en anderen buiten.
Aan: Gemeente Den Haag
Wij: de Papoea’s, Indonesiërs en andere uitgesloten groepen
Constateren dat: het officiële ‘Advies Monument Haags Slavernijverleden en Koloniale Erfenis’ nadrukkelijk pleit voor één monument dat alle groepen verbindt, maar dat het huidige monument exclusief betrekking heeft op de trans-Atlantische slavernij, waardoor de koloniale geschiedenis van de Papoea’s, Indonesiërs en anderen niet wordt erkend, terwijl zij wel een belangrijk onderdeel van het hart van Den Haag zijn.
En verzoeken: om de uitgesloten groepen alsnog hun plek te geven in de herdenking van het Haagse slavernij- en koloniale verleden door het realiseren van een aanvullend herdenkingsmonument, zoals in een stad als Groningen ook is gebeurd.
